Notitieblok door Piet Dorenbosch
achterkant vel A037
d.i. lopensael en bedoelde daar mede oorspronkelijk het stuk land,
dat men met éénmaal vullen van mand of voorschot kon belopen en
bezaaien. In de Achterste Brug spreekt men ook nog ver een spijnt 2)
2) evenals in de Kempen, o.a Knegels, waar men van spent spreekt
= 1/4 lopense, terwijl een lopende 1/6 ha is.
W Heesters en Dr RSM Rademaker: Geschiedenis van Sint-Oedenrode
—-pag 94— een gersten moeton (muntstuk met de afbeelding van
een paaslam). —
Br H VII 1955 p.55. Men zei hier zester en zesteren, en niet sisters (41)
om de inhoudsmaat van 2 lopen aan te duiden. Een lopen is in het Latijn
lopisius; een lopenzaad oof lopense is lopinata (41)
Br H IX ’57 p 131 FW Smulders
[16e e] Een pond is altijd 20 schillingen
(doorgestreept) Jaarverslagen 1973 Provinciaal Genootschap
p 10 Noordbrabants musem p. 11 8 Archeologie…. Gemonde (Gem.
Boxtel): verzameling romeinse munten (/doorgestreept)
Kultuurhistorische verkenningen in de Kempen II 1961
p9 Dr BH Stolte: Brabant in de Romeine tijd
p23 Keizer Postumus heeft zijn rijk krachtig tegen de Germanen verdedigd
en hoewel hij geen wettig heerser was, wordt hij daarom toch door de oude schrijvers
geprezen. Met zekerheid heeft men de sporen van zijn werkzaamheid in ons
land niet kunnen aantonen. Wel zijn hier nogal wat munten van hem
en zijn opvolgers in het Gallische Rijk gevonden: Cuyk, Grave, Aarlen,
Boxtel en in de schatvondst van ‘s-Gravenmoer.
A038 Kunstenaars
Brab. 7e jg Juli nr 7
vd Gr[iendt] Brabantse Kunstenaars
pag 207 32 Anton Kruysen, schilder
Anton Kruysen werd op 4 maart 1898 geboren in Boxtel
zijin vader was de schilder Jan Kruysen —–
— [woont in Chartres]
Brab 23 nr 5 sept ’74
p 135 Herdenking Jan Kruijsen
p 136 In Boxtel belandde hij voor een jaar op een fabriek, kreeg er
nadien de kans om bij Peinture Bogaerts het schilderen te leren,
maar zag al gauw, dat hier niet de verwachte opketting lag
Toen begon hij voor zich zelf, zou zich als autodidact gaan vormen;
‘t werd “een ongenadig armoedig leven” schrijft hij later
Taai en Koppig begon hij van onderop en oefende zich met stapels
getekende portretten en verkocht vrijwel niets. Ondertussen was hij
in 1896 in Boxtel getrouwd met de 18 Jarige Barbara van Dijk
die voor hem onder de armoedigste en zwaarste omstandigheden
een onvoorstelbaar goede vrouw zou zijn. Nog in Boxtel
kregen ze hun drie eerste kinderen, Antoon, Maria en
een derde kindje, dat kort na de geboorte stierf
[Gesprekken met Kruijsens dochter Maria kunstenares
te Handel]
Brab 1974/6 nov ’74
p. 174 M. van de Griendt: Jan Kruysen als kunstenaar
[op omslag zelfportret]
Transcriptie en redigeren: Sept 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus