Notitieblok door Piet Dorenbosch
achterkant vel A54
pag 258 Vervolgt dan met de geschiedenis van de Orde der
Klarissen en met de geschiedenis van het klooster te
Megen, voortgekomen uit dat van Boxtel 22)
pag 265 ( 22) zie hiervoor: [voor de kloostergeschiedenis] De
Clarissen in Nederland. In: St Francisus, Jg XXVII (1912)
blz 95 – 113 (Het feestnummer van het 7e eeuwfeest der
Clarissen) )
Wat Megen betreft, er bevonden zich in het klooster te
Megen een aantal documenten, die betrekking hebben op de Klarissen-
kloosters van Boxtel en Megen. D de Kok ofm heeft in Bossche Bijdragen
dl IV (1921) een invertaris opgemaakt van het Archief der Megense Klaris-
sen. Bij nasporing en nader onderzoek bleek mij evenwel, dat tussen de
jaren 1920 – 1930 of min of meer onverklaarbare wijze bijna al deze
stukken (de verschillende Pauselijke stukken uitgezondend) in het Klarissen
klooster te Megen zijn vernietigd. Daardoor ontbreekt op het ogenblik
waardevol historisch materiaal om een geschiedenis van het Klarissen-
klooster te Megen de schrijven
pag 260 De Klarissen van Megen houden zich, in navolging van
het oude convent te Boxtel, aan de regel van Urbanus IV, zoals
bij bulle Votis Domino van Julius II in 1504 aan het
A55 Clarissen II
klooster te Boxtel was toegestaan 23
( 23) pag 265 Deze bulle bleek hij onderzoek nog en het klooster
te Megen aanwezig te zijn)
pag 260 In de vier codices uitt het klooster der Klarissen te Megen
is sprake van Statuten van Kardinaal Arnoldus en van Kardinaal
Johannes. De eerst was van 1313 tot 1334 Protector der Minderbroeders
en daardoor ook van de Klarissen. Zo ook kardinaal Johannes, die
van 1261 tot 1277 deze functie bekleedde. De handschriften komen
wat de tekst der verschillende stukken betreft met elkaar overeen, ook in
volgorde. Naast de officiële teksten en verklaringen bevatten ze
allerlei geestelijke lectuur over uiteenlopende onderwerpen. Het zijn
exemplaren die vroeger veel in gebruik zijn geweest en vermoedelijk
dienden om er bij bepaalde gemeenschappelijke diensten, bijvoorbeeld
tijdens de refter [?}, uit voor te lezen en aanwijzingen te geven
Daar in codex I 24)
( 24) voor de nummering der codices werd de opgave van D de Kok
in zijn werken aangehouden)
de strafbepalingen ontbreken, die door de vicaris provinciaal van de
Keulse provincie der Minderbroeders, Henricus a Beria ( Hendrik
van den Berghe) zijn opgesteld en in 1471 van kracht werden,
mogen we misschien aannemen, dat het handschrift vóór 1471 is
gemaakt. Van de andere kant staat vast, dat het nà 1456 gemaakt is,
of althans voltooid, hetgeen blijkt uit de opname van tien bepalingen
( [bij de reproductie op bladz 261]
Een fraai gestyleerde J uit codex 2 van het Klarissenklooster te Megen, fol 23v,
waar de statuten beginnen van Kardinaal Johannes. Ook in de randversiering
toonde de schrijfster stylistische capaciteiten te bezitten, hetgeen trouwens ook
blijkt uit de geschreven tekst.)
Transcriptie en redigeren: oktober 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus
