Notitieblok door Piet Dorenbosch
achterkant vel A66
Brab H X 58 p 33 Knippenberg: Oude kapellen in Noord Brabant
p 38 De verering van de H. Antonius is, zoals uit het voorgaande is gebleken,
niet beperkt gebleven tot de plaatsen, waar de Antonianen verbleven. Het
volk zelf bracht de verering over naar de eigen dorpen en buurten en
stichtte daar meestal op afgelegen plaatsen (ter herinnering aan de
eenzame kluizenaar (?) of bij de eigen kleine afgelegen buurt? ) kleine
kapellen, die later op verscheidene plaatsen tot parochiekerken zijn
uitgegroeid……
p 39 Een grote rol hebben hierlij zeker ook de gilden gespeeld
p 42…… eigen kleur….. St Antonius groen-wit…….
Nu is het opvallend, dat zovele St Antoniusgilden ook de H. Sebastiaan tot
patroon hebben. Het is moeilijk met zekerheid uit te maken, of we hierin
een ontwikkeling mogen zien van de oorspronkelijke godsdienstige
St Antoniusbroederschappen tot een handbooggilde van St. Sebastiaan.
De H Sebastiaan behoort immers ook tot de Pestheiligen en dat
feit kan gezamenlijke verering hebben bevorderd.
p 39 Veel kapellen zullen dan ook hun ontstaan te danken hebben aan
een gilde; al is dat slechts hier en daar met zekerheid aan te tonen;
p 42 Het is bekend, dat in plaatsen, waar meer gilden voorkomen,
gewoonlijk naast elkaar staan: een St. Sebastiaangilde met handboog,
een St Jorisgilde met kruis – en voetboog en een Cloveniers – (clovere=
busse=geweer) of gewerengilde; dit laatste heeft evenals het enige
gilde in een plaats meestal de patroon gemeen met de plaatselijke kerk. Het
is daarom mogelijk dat St. Antoniusgilden hun patroon hebben ontleend aan de reeds
bestaande St Antoniuskapel, al kan ook het omgekeerde het geval zijn: archief-
onderzoek alleen kan dit ophelderen.
A67 Gemonde
Brab III nr 2 mrt-apr 1954
Dr B H Stolte: Hercules in Noord-Brabant
pag 51 In Gemonde werden bij opgravingen op het kerkhof sporen van
verschillende kerken gevonden; de vleilaag van het muurwerk aan de Romein-
se kerk bestond, behalve uit grind en zand, uit veel schermen van
Romeinse dakpannen en aardewerk 4)
4) Dr P Glazema, Overzicht van de door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig
Bodemonderzoek gedurende het jaar 1950 in de provincie Noord-Brabant
verrichte opgravingen. Brabants Jaarboek 1950 p.86-87
Waar dit Romeinse puin vandaan komt is niet bekend, maar men zoekt de
oorsprong in de buurt.
Brab 8 sept nr 9 1959
W H Th Knippenberg: DHM de Bekker, oud-archivaris van Vught
p. 231 Op ditzelfde hoger gelegen perceel, genaamd De Hoogaard
[tussen Orthen en Empel waar een urnenveld lag] (of De Hoogert te
Gemonde, eveneens archeologisch belangrijk ! )…….
…..Het dorp [Engelen] heeft evenals Gemonde, waar op de Hoogert houten
Kapellen uit de 8ste eeuw zijn opgegraven, Vught, Rosmalen, Maren, Lith,
Haren, Escharen, Linden en ander dorpen langs de Dieze en Maas de oude
geloofsverkondiger St Lambertus tot kerkpatroon.
In Br H II 1950 p 71 overzicht der opgravingen te Gemonde
“Voor zover ons bekend, is het kerkhof te Gemonde een van de eerste voorbeelden in ons
land, waar continuiteit kan worden aangetoond tussen een heidens cultusgebouw en
christelijke kerken”.
p 72 Bibliografie
Drs C Th Kokke. Inventaris van het Archief der gemeente St Mich gestel 116 p Boxtel, 1949
Transcriptie en redigeren: oktober 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus