Notitieblok door Piet Dorenbosch
achterkant vel B13
p31 In het oude gebied der Eburones en der Atuatrici vin-
den we thans de Tungri gevestigd; hier hebben we echter niet met
een nieuw volk te doen, doch met de overblijfselen van de
vroegere volksstammen van dit gewest, die zo zeer onder
Caesar te lijden hadden en die thans in één volksverband
zijn samengesmolten 6)
( 6) ——zijnerzijds zegt Tacitus van de Tungri dat zij vroeger Germani
genoemd werden, en dat deze benaming van hen is uitgebreid
geworden tot een algemene benaming voor al hun taal – en rasgenoten)
In de Kempen, tenslotte, wonen voortaan de Taxandriërs. Dit
volk wordt voor het eerst vermeld als “Texuandri” in de Naturalis
Historia van Plinius de Oudere, die vertelt dat ze verschillende namen
dragen. Dit wijst misschien op een gemengde bevolking. Volgens de jongste
opzoekingen, t.w. deze van J. Vannérus) 7)
7) J. Vannérus: Tessenderloo et la Taxandrie (Feestbundel H. J. van de Wijer, I, 395 v.v)
die steunt zowel op de teksten van de antieke geschiedschrijvers als op de gegevens der
toponymie, wordt het gebied van dit volk, Taxandrië, grosso – modo afgebakend
door de Maas, de Demer en de Dyle. het omvatte dus gans de Kempen. Ver-
schillende etymologieën werden reeds voor de naam van dit volk voorgesteld.
Volgens de meest waarschijnlijke (deze van Mansion, overgenomen door A. Carnoy
en J. Vannérus), is de naam “Texuandri” Germaans en zou “Zuid-Wande-
laar” (* teks-wandra), “deze die zich naar het zuiden begeeft” betekenen 8)
8) Over andere etymoligieën, zie het vermelde artikel van Vannérus, 419 v. v.
B14 Prehistorie en Protohistorie
p. 33 Ook steden zijn er niet geweest. Hierin heeft de Romeinse periode geen verandering
gebracht. Zegt Caesar immers niet van de Menapii dat ze geen oppida en geen steden bewoonden,
maar dat men in hun land slechts enkele dorpen (vici) en verspreide hoeven (aedificia)
kon aantreffen? Bij de Texuandri is dezelfde toestand gebleven. Men kan met een zekere
graad van waarschijnlijkheid enkele dezer dorpen nader localiseren, alhoewel er geen
enkel systematisch opgegraven is geworden. Te lieshout, te Alphen, te St. Michielsges-
tel, te Boxtel, misschien ook in Veldhoven, en in België te Merxplas en te
Rijckevorsel dienen waarschijnlijk kleine agglomeraties gezocht.
p. 37—-Als bondgenoten der Romeinen zijn de Franken, zoals mijn Gentse collega Verlinden
het heeft bewezen, bijna één eeuw in de Kempen gebleven. Dan, kort voor het midden der
V eeuw, toen het West-Romeinse Rijk definitief ineenstortte, en de Ger-
maanse volkeren ieder hun deel van het Rijk inpalmde, hebben de Franken zich op
hun beurt in beweging gezet en hebben ze in één adem gans België doortrokken
om zich in de streek rondom Doornik te vestigen—–
p 38. Hij [Dr H. Roosens) wijst erop dat de verspreidingskaart van deze
grafvelden zeer veel gelijkenis vertoont met deze der Romeine villa’s 15)
( 15) Cf R. de Maeyer, De Romeinse Villa’s in België (193) )
Zoals de Romeinen hebben ook de Franken zich in de vruchtbaarste streken gevestigd. Voor
de Kempen vertonen beide kaarten echter een merkwaardige afwijking terwijl er geen villa’s
werden aangetoffen, zijn de Merovingische grafvelden er toch beter vertegenwoordigd.
W Heesters en Dr CSM Rademaker: Geschiedenis van Sint- Oedenrode
p4. De oudste ons bekende bewoners van Brabant waren de rendierjagers
van de Tjongergroep, zo genoemd naar de eerste vindplaats van deze
cultuur bij het riviertje de Kuinder of Tjonger in Friesland.
De resten van hun kampementen liggen vaak nog ongestoord in de bodem en het zijn
vooral hun werktuigen van natuursteen die de tijd hebben overleefd.
Transcriptie en redigeren: oktober 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus