Notitieblok door Piet Dorenbosch
achterkant vel B28
id. foto opgeblazen Zwaanse brug v.u. de Stationstraat
4 werkers op de voorgrond, tweede van rechts voorwerker
Willem van der Steen
…..want door brokken ijzer en keien en eveneens door de geweldige
luchtdruk, werden tal van daken stuk geslagen en vitrines
vernield. Persoonlijke ongelukken bleven uit. De enigste dodelijk
getroffene was een hondje.
Na de opblazing dezer brug bleef de bevolking in spannende af-
wachting wat er zou gebeuren als de brug in de Mgr Wilmerstraat
en die in Breukelen de lucht en zouden gaan
Eerst om 1 uur volgde de brug in de Mgr. Wilmerstraat en
ongeveer een half uur daarna die in de v. Salmstraat. De brug in
Breukelen ontkwam aan de vernieling door de actieve list
van enige ondergrondsen.
Wij lezen verder in ons dagboek der laatste oorlogsweken: Gedurende
al die tijd werd bij Boxtel hevig gevuurd, boerderijen op Munsel wer-
den in brand geschoten. De bevolking had echter de laatste verschrik-
king van deze dag nog niet doorgemaakt, want plotseling begon een
beschieting. Drie kwarter lang werd een hevige projectielenhagel
gelegd vermoedelijk op de wegen, doch met verscheidene treffers op
huizen. Meerdere huizen kregen meer of minder schade. Het
ziekenhuis, kapel en scholen van Duinendaal kregen lelijke
treffers.
Onder patiënten, ouden van dagen en evacué’s heerste grote
verwarring. In en om Duinendaal was het een puin al puin.
Toen het schieten minder werd wilden de mensen uit het
gevaar. De hulpdiensten kwamen om zieken over te brengen
naar Stapelen en hulp te verlenen bij de overbrenging van
evacué’s en ouden van dagen naar het St. Ursulaklooster.
Het was een meelijkwekkende trek van zenuwachtige
moeders en vaders, sjouwende met al hun hebben en
houwen, omringd van kinderen, zuchtende oude
vrouwtjes en mannen, een af- en aanrijden in
ziekenwagentjes, op rolstoelen, op vrachtfietsen en
hondkarrren, waar tussendoor de hulpdienst en verpleegsters
zieken op draagbaren overbrachten.
Inmiddels waren de afgetobde zusters en pleegzusters van ‘t
B29 Toponiemen
Br H III 1951 p. 3
F Smulders: Bodichem bij Boxtel.
In het schepenprotokol van Boxtel R53 (1392- 1400) wordt fol 17 vermeld
een beemt in den Bodichem. In 1468 heet deze al “den Boecum”
en in 1483 den Bocum. Nu heten de beemden tussen Boxtel en
Onrode ten Noorden van de Dommel: de Beukems. Ook een
inheemse naam? De incheimnamen (?) schijnen in de Meierij
te schuilen in oude veldnamen.
Br H III,1951 p56
NP. Sprenger de Rover: Rumelacha, Dutmanda en Tadia (698 -699)
p 56 In de toponymie moeten we in -lio twee worden onderscheiden
In een aantal (wellicht de meeste) toponiemen is het overbekende
loo in de betekentis van “bos” aanwezig. Doch in een aantal andere
namen is dit -loo ontstaan uit -loos, dat op een vooralsnog tamelijk –??
element -laus teruggaat. De betekenis van dit -laus is waarschijnlijk
of “glooiende beemd” of “waterloop”. Het besef van de oorspronkelijke
zin van dit woord is al vroeg verloren gegaan, waardoor verwarring
met -loo ontstond en het klankwettig regelmatig uit -laus
onstane -loos 12) 12)…… tenslotte geheel met -loo samenviel en
beide toponymische bestanddelen eenzelfde verdere ontwikkeling doormaakten 13)
13) …….Dit -laus verschijnt in het castularium van de Abdij van
Echternach als -laos en als -laus, bijv. 721 Baclaos (het
Noorbrab dorp Bakel) en 712/13 Leuetlaus (bij de
meeste schrijvers minder juist gespeld als Levetlaus; het gehucht Luissel
in de gem. Boxtel)
Transcriptie en redigeren: oktober 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus