Notitieblok door Piet Dorenbosch

achterkant vel A08
In de Kempen is het zelfs zo dat veruit de meeste dorpen namen
dragen op -lo Zij liggen op de kruin van zachtgevende heuvels,
meestal omgeven door moerassig terrein. Gezien deze topografische
omstandigheid, die ook elders zichtbaar is, moet lo, onder lauha-,
betekend hebben “bosje op hoge zandgrond”.
—-1) een volksnaam: Tessenderlo (Texuandri),
Tongerlo, Tongelre (Tungri)
Rode is “gerooid bos”——
Vorst is een vorstelijk privaatbos
Donk is een zandige opduiking en moerassig terrein——
In een vlakke streek kan elk heuveltje berg heten
voorde “doorwaadbare plaats in een beek”.
Helvoort (halu “afhellend”)
Br H XVIII nr 2 mrt-apr ’66
Dr D.P. Blok: ontwikkeling en toekomst van het toponymisch
onderzoek in Nederland
pag 32 indien juis is, dat de namen op -ingheem uit merovingische
en karolingische tijd dateren (m.i. is dit juist), dan geeft het
niet dat we van b. v. Berlicum geen oude berichten hebben
pag 38 ….namen die op de vroegere bosbegroeing wijzen en dus op een relatief
late ontginning. Dat geldt zonder meer voor echte ontginningswoorden
als rode, saar(t), of brand, maar wel voor boswoorden
als -hout, lo, laar, woud, bos

A09 St. Willibrord
Br H XIV no 3 mei-juni 1962
F.W. Smulders: over Hilvarenbeek en Diessen
pag. 61. Tenslotte, Lenetlaus kan niet Luissel in Bokstel
zijn (daar hier Echternach nooit iets bezeten heeft, maar
‘t zal Lindel zijn bij Overpelt of Sint Huibrechts-Lille
(te lezen: Lendlans)
Br H XVIII no 3 mei-juni ’66 FW Smulders Brabant en Echternach
pag 51 Lenetlaus is niet Luissel bij Boxtel, want daar is
nooit iets te vinden van Echternachs bezit. Gijsseling leest
lendlaus.
Br H XIV no 6 nov-dec ’68
pag 143 FW Smulders: De Hees bij Eersel
….. over de bezittingen van Echternach is meer bekend den
de officiele geschiedschrijvers of geschiedenisschrijvers doen
uitkomen, want van de 14 tot de 18e eeuw is er nog veel te
vinden in de schepenakten en in de cijnsboeken…… Ech-
tenach bezat de hoge heerlijkheid over grote gebieden in
Oost-Brabant vóór 1200. Deze kwam toen aan de
Hertog van Brabant.
Brab 3e jg nr 5 1954 sept-okt
Dr PC Boeren:  Sint Willibrord apostel der Nederlanden
pag 226 – Deze eretitel [apostel van Brabant] is niet opzettelijk uitgevon
den door enige Brabantse chauvinisten in 1939, gelijk van Noord Nederlandse zijde
is verweten. Hij is al vroeg in de 17e eeuw in omloop gebracht door ernstige
geschiedschrijvers als Miraeus Bosschaerts en anderen. [Brabant stond toen wel
voor de Zuidelijke Nederlanden, de contra reformatorische geschiedsschrijvers hadden
met “Brabant” ook N. Nederland op het oog]

Transcriptie en redigeren: Sept 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus

fbicon twiticon