Notitieblok door Piet Dorenbosch
achterkant vel A61
Bossche Bijdr IX 1 p.5 Theodorus A der Kinderen geb. te Boxtel op 20 febr 1901
29 mei 1926 prieser gewijd:
id XII-1 mgr J.P. vd Heuvel, Emer. Deken en Pastoor van Tilburg
(Besterd) Kanunnik +14 Des 1932 (Boekel)
id XIX afb. 1, juni 1947
A M Frenken pr: De voormalige Priorij van Hooidonk
Ida (elders = Magdalena) Franchoise van Vlierden, gepensioneerde
Jonkvrouwe van het Klooster. Zij verbleef in 1651-’56 blijkbaar te Boxtel
en leefde nog in 1686.
Bossche Bijdr. XXII. 1953- 1955
J.A. ten Cate: Aanvullingen op de geschiedenis der Tertiarissenkloosters
achter de Tolbrug te ‘s-Hertogenbosch en Catharinenberg te Oisterwijk
p 150. Terwijl uit het renteboek blijkt, dat de door Schutjes genoemde
maker Anna Lucas (die in 1595 of 1596 te Boxtel werd geboren en
met een mooie stem begaafd, in 1615 [in Catharinenberg] geprofest
werd.
id XXV. A M Frenken pr: Brieven van dr Juliaan Bogaers
p 235 24) Den Dubbelden? had in 1837 F. Cuypers van Boxtel (later pastoor
te Udenhout) als kapelaan van St. Mathias [te Maastricht] aangesteld
die [zijn] studies [had] gedaan in Herlaer.
Bijdr tot de gesch. v. h. z. van Nederland LXXX (1982) Het klooster Soeterbeeck te Deurs
1732 -1982 onder red. van Drs R.Th. M van Dijk d. carm.
Lijst van zusters 1732-1982 p 182
39 Mareijne, Clara geb. Boxtel-, ingetreden 1748, ??zuster; geprofest 8 juli 1749; overl Deursen 28 okt 1767
A62 Natuurgebieden en Landgoederen II
Brab 21 br 2 mrt ’72
HJ Verwiel “Het Brabants Landschap” 1932 – 1972
pag 7….. Er zijn objecten waaraan sinds vele jaren naarstig wordt verder gebouwd. Het
belangrijkste daarvan is het landschapsreservaat De Mortelen, gelegen onder
de gemeenten Oirschot, Best en Boxtel. Het is een uniek gebied, gelegen in
het ruilverkavelingsblok Oirschot-Best. Daarin wordt het bestempeld als
“te handhaven landschap en natuurterrein”. Sedert 1962 wordt hier moeizaem
gewerkt. De ruim 80 ha, die de stichting thans heeft verworven, zijn een klein
gedeelte van wat strals als reservaat dient te worden bewaard.
Bab Jg 21 nr 2 mrt 1972
Willem Iven: Herwaardering van de Brabantse dennebossen
pag 49 De dennenbebossingen op grote schaal begonnen echter pas
in de negentiende eeuw; tussen 1833 en 1856 werden in Noord – Brabant
28000 ha bos aangelegd, en we kunnen veilig aannemen, dat dit vooral
dennebossen waren. De ghemeynten, die na de instelling van de burger-
lijke gemeenten nog niet waren verkocht, aan boeren, beleggers
of ontginningskombinaties waren verkocht, bleven, voorlopig liggen.
Dit veranderde na de afkondiging van het Koninklijk Besluit van 27 juli
1907, waarvan het eerste artikel luidt “Iedere gemeente die naar het
oordeel van het Staatsbosbeheer eene voldoende in gestrektheid voor
bebossing en ontginning geschikte gronden bezit, kan zich voor het
verkrijgen van een renteloos voorschot wenden het Onzen Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel”
z.o.z.
Transcriptie en redigeren: oktober 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus
