Notitieblok door Piet Dorenbosch

achterkant vel A76 Brab. 23 nr 4 juli 1974
p 129 Boekbespreking. W A van Ham: Jaarboek van de Geschied-
en Oudheidkundige Kring van Stad en Land van Breda
“De Oranjeboom”, deel XXVI 1974
p 129 J H van Mosselveld geeft een historische p 130
schets van de schansen te Terheijden. Hierbij wordt vooral
aandacht besteed aan de Kleine Schans, die nog tijdens de
Belgische Opstond weer is opgebouwd. Nadat ze jaren
geleden als vestingwerk is opgeheven, is ze thans nog eigen-
dom van de staat der Nederlanden. De auteur acht het gewenst
om voor het behoud en de restauratie van de Kleine Schans,
die vrij gaaf bewaard is, te ijveren. Met betrekkelijk geringe
kosten kan deze worden gerestaureerd en als monument van
vroegere vestingbouw voor het nageslacht behouden blijven

A77 van Horne
Brab
Drs WHTh Knippenberg: Brabants zilver
pag 250 Over de juiste betekenis van de Eindhovense hoorns, is men het niet helemaal
eens. Mr J. P. W. A. Smit is van mening, dat de drie hoorns niet zijn afgeleid
van de heren van Huerne, die van 1200 tot 1375 heer van Eindhoven waren, maar
van koehoorns als banteken van geluid. De heer J Verschueren spreekt van
drie banhoorns van de Van Horne’s.
pag 252 Literatuur
J.P.W.A Smit, Het wapen van Eindhoven in Oud – Eindhoven 1950 p. 17-27
J Verschueren, Het gemeentewapen van Eindhoven, in Eindhoven, door A.J.J.H
Tops en J. M.Th. Verschueren, 1965, p.7-11
Brab Oud Eindhoven mr JPWA Smit: Het wapen van Eindhoven
p.18 Het teeken der drie horen is, den onderlingen stand daarvan daargelaten,
dat der bekende familie van Huerne, waarvan een tak de heerlijkheid van
Eindhoven bezeten heeft en, althans in de mannelijke lijn, in 1311, of wellicht pas in
1317, is uitgestoren.
p 20 Wat betekent het horenteeken? De traditie wil, dat de van Huerne’s het voerden,
omdat hunne voorouderen eenmmaal ‘ s keizers jagermeester geweest zonden zijn.  Ik acht dit
…….niet waarschijnlijk en geloof ook niet dat de horens als zoodanig in de heraldiek
plegen voor te komen. Eerder zoek ik verband met den koehoren, die in deze streken
destijds reeds een bijzondere rechtstaak had. In Antwerpen werd aan een particulier
die een stuk der gemeene weide verkregen had, en door den ban zich het vredig genot daarvan
wilde verzekerd zien, dit genot verleend, den horen er over geblazen zijnde. Aldus in
1186. In het stadszegel van Middelburg van 1299 ziet men dien horen met den
stadsdienaar die hem blies, afgebeeld en zelfs is er een Noord-Brabantsch origineel
exemplaar bewaard gebleven in den vorm van den “roossehoorn van Hintham”,

Transcriptie en redigeren: oktober 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus

fbicon twiticon