Notitieblok door Piet Dorenbosch
achterkant vel B06
p 67 Naast de schepenen zijn de gezworenen de oudste functionarissen
geweest. Zij werden reeds vermeld in het charter van 1340. Het was
hun taak om voorschriften uit te vaardigen voor beheer en gebruik van de
gemeenten.
p 68 Behave de gemeenten of vroenten hadden ook de buurtschappen waaruit
Sint-Oedenrode was opgebouwd in later tijd eigen vertegenwoordigers, de borge-
meesters. Zij kwamen uit de buurtschappen of hertgangen zelf, werden gekozen
door de kwartierschout op voordracht van de schepenen en waren als het ware
de volksvertegenwoordigers van de buurtschappen. Een voorname taak van
de borgevaders was het innen van de voorgeschreven belastingen………
De burgemeesters werden aangesteld voor de tijd van 1 jaar en hun
ambtsperiode liep, evenals die van de schepenen, van 1 oktober tot 1 oktober.
Op het einde van zo’n ambtsperiode moesten de borgemeesters verantwoording afleggen
van hun financieel beleid. Ten overstaan van de vrijeburgers van hun buurt-
schap moesten zij de rekeningen laten controleren en goedkeuren door schout
en schepenen. Daarbij legden de borgemeesters dan ook verantwoording af
van het werk van hun medewerkers, de “rentierbeurders”, een soort
ontvangers, en de “setters”, ook wel “raedt- en tienmannen”
genoemd, die tot taak hadden landerijen en andere goederen te
beschrijven in verband met de op te leggen belastingen 45)
( 45) Mommers, a.w blz 14-17)
p. 69 De openbare orde werd gedeeltelijk gehandhaaft door een vorster,
die benoemd werd door de kwartierschout en die bij zijn ambtsaanvaarding de eed
moest afleggen in handen van de rentmeester-generaal – – – – Uit de Bossche
schepenprotocollen blijkt, dat de vorsterij werd verpacht- – – – –
B07 Kampina
Brab I 1952 p. 219
W H Th. Knippenberg
Enige broedvogels in Noord-Brabant VI De Futen 3 Do Dodaars [dwergfuut]
Op de Huisvennen bij Boxtel werd op 14 Juni 1951 een ex. gehoord (S B), op 30 mei 1952
1 (of 2?) ex. (Langenhoff);
Br H III 1951 p 37
F.W. Smulders: Belveren en Balsvoort, een onuitroeibaar misverstand.
Het Aardrijkskundig Woordenboek van Van der Aa ( deel II, 1840) verwarde
Belveren met Balsvoort: ‘t verwijst bij Belveren en bij Balsvoort naar
“Balvoort” (hetgeen een niet bestaande naam is). Bij “Balvoort” leest
men “Balvoort of Balsvoort, ook wel Belveren” enz. Sinds deze verwar-
ring, die ontstaan is door een kunstmatige gelijkstelling, hebben vele
naschrijvers, ook de latere Aardrijkskundige Woordenboeken – – – dit zo
maar klakkeloos overgenomen.
Belveren is de naam van de Oostelijke helft der parochie Haaren. Het
dorp Haaren is de Westelijke helft daarvan- –
p 38 Ten Zuiden van de Leij en de Run liggen gronden (meestal beemden en
gagelvelden), die in de middeleeuwen gedeeltelijk onder de parochie Haaren
gerekend werden; maar dit is Belveren niet meer. Nog meer naar
‘t Zuiden strekte zich de grote hei uit, deels behorende tot de gemeynt
van Oosterwyk, deels tot de “Gemeynt van Kempen” (Kampina onder
Boxtel). In deze hei ligt bij de Belverse Bergen het Belversven, dat
ook tot de gemeynt van Oosterwijk behoorde-— Hoe komt de naam
Belversven daar? De naburen van Haaren en Belveren, ofschoon
ze zelf een eigen gemeynt hadden ten Noorden van de Leij en de Run,
waren ook voor 1/3 deel gerechtigd in de gemeynt van Ooskerwijk. ‘t
Belversen zal dus zijn naam gekregen hebben van de naburen van Belveren
die de hei aldaar gebruikten en in dat ven turfden en visten.
Transcriptie en redigeren: oktober 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus