Notitieblok door Piet Dorenbosch

achterkant vel B12

Karel Vermeeren
Br. H. V 1953 p88 De vrijstraat in Eindhoven
p88. Fr. Smulders gaf mij onlangs nog de volgende notering uit
het Cijnsboek van de Hertog van Brabant voor 1340 e. v. “Cens,-
Communis vetus in Eijndhoven in octavis B. Martini
hyemalis: de orto in die Vijcstrate.” (Rekenkamer
Brussel 45038, fol 88v.)
Zou de afleiding niet beter gezocht kunnen worden in het
word Vicus? (zie “Oud Eindhoven, blz. 70 e, v.). Reeds werd
in deze richting gewezen in 1913 door J. Aarts in zijn
“Parochie en Kerk van Eindhoven”.
Na te gaan zou zijn of de naam: “Vijc”-straat ook in
andere Vicus- steden voorkomt, en verder of de huizennaam
“Den Fiek” ook elders werd gebruikt
(  1) Het latijnse woord vicus werd echter als leenwoord: wijk,
Nog in 1395: „ in die Fijestraat in Eyndoven (Den Bosch.
R 1180, 325) (Red) )
Raadsnotulen 24/2 ’22 De heer van de Ven zegt dat op de Markt altijd
twee banken zijn geweest. Sedert eenigen tijd is eene bank weg tot on-
gerief der marktbezoekers.
De voorzitter zegt overweging toe of de bank opnieuw zal worden geplaatst

B13 Prehistorie en Protohistorie
Br H II 1950 p 29 Prof Dr SJ de Laet: De Kempen in de Romeinse en in de
vroeg- merovingische tijd 1)
(   1) Licht gewijzigde en aangevulde tekst van een lezing gehouden te Eindhoven op
5 februari 1950, op de heemkundige studiedag van “Brabants Heem”)
Pag 29 In het midden van de I e eeuw voor Chr, op het ogenblik dat Caesar de verovering van onze
gewesten ondernam, lag de Kempen grotendeels zoniet helemaal binnen het grondgebied
van een Belgische volksstam, de Menapii, die door taal, godsdienst en kultuur
Keltisch waren. Het grondgebied was zeer uitgestrekt; het was afgebakend door
de loop van de grote rivieren in het Noorden en strekte zich zelfs plaatselijk tot over de Rijn 2)
(   2) In de passus van Caesar waar dit wordt vermeld, wordt echter waarschijnlijk met Rijn
de Waal bedoeld)
Over de oostelijk grens van dit gebied verstrekken de antieke teksten ons geen gegevens,
doch de archeologie schijnt uit te wijzen dat de Menapii minstens tot aan de Maas woonden.
p 30 Het volgend jaar moest Caesar het hoofd bieden aan de grote opstand der
Eburones, de Treveri, de Atuatua en de Nervii, onder leiding van Ambiorix en
Indutiomar. Niets wordt over de Menapii gerept tijdens deze periode, doch het
volgende jaar (d.i. 53 v. Chr ) worden zij onder de bondgenoten van Ambiorix
vermeld. In de lente van dit jaar trok Caeser met 5 legioenen hun grondgebied
binnen. Opnieuw vluchtten de Menapii midden hun bossen, hun moerassen
en hun vennen, dieper het landen in, door het bouwen van “pontes”, waar-
schijnlijk veenbruggen en knuppelwegen. Voor het eerst moesten thans de Menapii
de vrede aanvragen en zich onderwerpen. Een ruiterafdeling onder leiding van
een Gallische bondgenoot van Caeser, Commius de Atrebaat, werd in het land
der Menapii gelegerd. Hun weerstand was de definitief gebroken; door
Caesar worden ze verder niet meer vermeld en ze schijnen geen deel
te hebben genomen aan de grote bevrijdingopstand van Vercingetorix
[een veertigtal jaren later is hun grondgebied veel enger geworden: ten W. vd Schelde
in O. en Weststvlaanderen en in een deel van N Frankrijk]
z.o.z.

Transcriptie en redigeren: oktober 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus

fbicon twiticon