Notitieblok door Piet Dorenbosch
achterkant vel B20
p. 283. Werkelijk hemeltergend is het trieste verhaal van de velwachter van Gemonde
die in 1889 bijna 70 jaar oud was en die nu om ontslag verzocht. Omdat hij van de 4 ge-
meenten in wier dienst hij was maar een bescheiden tractement had gekregen, had hij zich
nooit in een pensioenfonds kunnen laten inschrijven. Hij zag zijn oude dag met
zorg tegemoet en vroeg daarom een bescheiden pensioen. De gemeenteraden van
Boxtel en Sint-Michielsgestel besloten direct met algemene stemmen het
gevraagde pensioen te geven en ook Schijndel besloot, na aanvankelijke
aarzeling, mee te doen. De gemeenteraad van Sint-Oedenrode weigerde
echter alle medewerking. De veldwachter was dan wel 70 jaar, maar hij kon
nog best zijn werk blijven doen, want hij kon tenslotte nog lopen.
De commissaris van de provincie liet in een brief weten, dat de veld-
wachter door zijn leeftijd ongeschikt was nog langer in dienst te
blijven. Boxtel en Sint-Michielsgestel betaalden elk jaarlijks
ƒ37,50 en Schijndel droeg ƒ18,75 bij. Van Sint-Oedenrode werd
een bijdrge van ƒ33, – verwacht. Dat achtte de Rooise gemeenteraad
veel te veel en terwijl de drie andere gemeenten de veldwachter ontslag
en pensioen gaven, moest de man voor het Rooise gedeelte van
Gemonde in dienst blijven. De oude man schreef brief na brief,
maar de Rooise gemeenteraad was niet te vermurwen. Pas toen in
1893 de onderwijzer van Olland verklaarde, dat de veldwachter van Ge-
monde duidelijk kinds aan het worden was, ging de Rooise raad door
de stroeve knieën en kreeg de oude veldwachter zijn ontslag en het door
Sint- Oedenrode te betalen gedeelte van zijn pensioentje. 10)
10 GA 1219…..
B21 Markten
W. Heesters en Dr C. SM Rademaker: Geschiedenis van Sint-Oedenrode
p.91 Aan deze woensdagse weekmarkt werden enkele p.92 privileges gekop-
peld. Op de eerste plaats het recht van stapel en geleide, dat in een stuk uit de
17e eeuw als volgt is omschreven: “Dat oyck die ingesetenen…..gehouden
sijn haere boter, graen, ens,….op die merckt…..te brengen, sonder
dat sij die naer andere steden ofte plaetsen mogen ter merckt brengen
tensij alvoorens dieselve goederen op onse weeckmerckt is geweest en ter
merckt gebracht”. Het recht van geleide betekende, dat de schepenen
op de marktdagen een verplichte godsvrede legden, zodat iedereen vrij ter
markt kon komen 165) ( 165) Mommers, a w. blz 147 -148)
Br C ’57-’59. Oud Boxtel in beeld (Wil van Amelsvoort).
…..Duffelse jassen voor onze grootvaders werden op de najaarsmarkt in alle
maten aangeboden door “de Jansen’s uit het Beddestraotje” van Den Bosch,
in blauw en bruin en van een kwaliteit dat zo’n jas wel 25 jaren gedragen kon
worden…..
De boeren zowel uit Boxtel en Gemonde, als uit Den Dungen
Gestel, Schijndel, Rooij en Oirschot kwamen met hun hoogkarren
vol witte kool en aardappelen om die aan de man te brengen. Witte kool vooral, want er was geen huishouden waar niet een
paar keulse potten zuurkool werden ingemaakt….
Ook keulse potten, pannen, ophalen (kettingen om de ketels
boven de haardvuren op te hangen)- – werden volop aangevoerd. Op de voorjaarsmarkt werd achter het gemeentehuis, in het ver-
lengde van de Rozemarijnstraat, het vee verhandeld. De aanvoer van
koeien en kalveren was niet groot, doch de handel in biggen was leven-
dig. Immers, zoveel mogelijk zorgde men “geriefd” te zijn voor de winter en er werd een biggetje meer gekocht en later vetgemest verkocht.
Transcriptie en redigeren: oktober 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus