Notitieblok door Piet Dorenbosch
achterkant vel B26
Bijdr. tot de soc en ec gesch vh zuiden van Nederl. VIII
‘s-Hertogenbosch op de drempel van een nieuwe tijd
onder redactie van Dr H. F J W van den Eerenbeemt en Dr L.P. L. Pirenne.
De redacteuren: De industriële ontwikkeling 1850 – 1875
p. 74 Tabaksnijverheid
Pas in de loop van de negentiende eeuw is het roken van sigaren
hier te lande in zwang gekomen. De eerste sigarenfabriek in
Nederland werd in 1826 te Kampen opgericht. De opkomst van
de sigarenindustrie te ‘s-Hertogenbosch dateert van vóór het
midden der negentiende eeuw. In 1851 bestonden hier 5 “cigaren
fabrijken”, in 1855 reeds 10.
Dr H van Velthoven: Noord- Brabant op weg naar groei en welvaart
1850- 1920
p72 In Leende lieten de firma’s Lurmans uit Eindhoren en de Gebrs.
Van Best uit Valkensaard werken, terwijl in 1908 Van
Susante in Boxtel verscheen 339)
( 339) Gemeenteverslag Leende over 1903 en 1908)
p81 De meeste fabrieken [in de eigenlijke Meierij] hadden Boxtel, Schijndel,
Vught en Oirschot. Boxtel beschikt over een oude textielindustrie van damast, linnen
en pellen, voortkomend uit de huisweverij. In 1876 waren er vijf textielfabrieken:
die van Johannes van Oerle was de grootste 403) Deze industrie nam geleidelijk
( 403 Gemeentverslag Boxtel over 1876)
toe: in 1900 verschaften 7 textielfabrieken aan ongeveer 300 personen werk 404
( 404) ?? over 1900)
vel B27 Gemonde
p. 290 Met grote belangsteling nam Mommers kennis van de merkwaardige
geschiedenis van de Bodem van Elde, waaraan hij in zijn boek een apart studie
wijdde [ARM. Mommers, St. Oedenrode, van oude tijden tot heden, Veghel 1928]
Toen hij die studie publiceerde in 1928, was de situatie voor het Rooise gedeelte
van de Bodem nog steeds onveranderd gebleven. Kort nadien kwam er echter
een einde aan de inhoudelijke historie van deze eertijds tussen 4 dorpen
liggende gemeente. In 1930 kwam in de gemeenteraad de annexatie van
Gemonde door Boxtel ter sprake. Na enkele besprekingen bleek, dat de
inwoners van het Rooise gedeelte van Gemonde toch liever bij Sint-
Oedenrode bleven horen. Bij het vaststellen van de Rooise gemeen-
tebegroting in december 1931 werd besloten, op voorstel van Gedeputeer-
de Staten, de Bodem van Elde op te heffen. Uit historisch oogpunt
vonden meerdere raadsleden dit jammer, maar de financiële
toestand van de Bodem was van dien aard, dat toch maar besloten
werd tot opheffing en dat uiteraard op voorwaarde dat de betrokken
Bodembewoners het er mee eens zouden zijn. Gedeputeerde
Staten keurden het raadsbesluit goed en de bezittingen van de Bodem van
Elde werden nu aan de gemeente Sint-Oedenrode overgedragen met
alle daaraan verbonden lasten en lusten. Een deel van het daarmee
vrijgekomen geld werd benut bij de onderhandelingen met de PNEM,
die een electriciteitsnet zou gaan aanleggen in enkele hoeken van de gemeente.
De rest van het batig saldo van de Bodem van Elde vormde een welkome aan-
vulling op de gemeentelijke financiën in de zware crisisjaren 26)
26) Mommers aw blz 112- 137, G.A. Notulenboeken——
Transcriptie en redigeren: oktober 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus