Notitieblok door Piet Dorenbosch
B53 Rijksonmiddelbaarheid
Br H VII 1955 p. 54 FW Smulders: Een proefschrift over tijdpachten
p 56. De heer van Bokstel is oorspronkelijk een rijksridder,
leenman van de Keizer, later echter (nillens willens) van de
hertog van Brabant.
A. C. Brock: De stad en Meyerij van ‘s-Hertogenbosch,
p. 293 Boxtel
In oude tijden ook Buxtele genaamd, zijnde vermoedelijk het stamhuis van
een oud adelijke Familie genaamd van Buxtele, welke deze Heerlijkheid
en Rijks Baronie van het Keizerrijk ter Leen hebben bezeten, en van
dit huis, en dat van Meerheim, uit de Berthouten gesprooten, naar-
maals werd overgebragt; als blijkt uit den Verhefbrief dezer
Baronie, door Keizer Karel IV gegeven te Praag, den 29
april 1356, en waaarbij den Ridder Theodoricus van Meerheim,
als getrouwd hebbende Maria van Buxtele deze Heerlijkheid van den
Keizer te Leen ontfing, zodanig, als de weledelen Heer Willem van
Buxtele etgene broeder van deze Maria zijn huisvrouw dezelve
van het Rijk, terwijl hij leefden, had bezeten. Van dit Huis ging
deze Baronie over in dat van Ranst, door het Huwelijk van
Elizabeth eenige dochter en universeele erfgenaame van Theodorus
van Meerheim met de Heer Hendrik van Ranst, ten jaare
1439. Omdat men toen ter tijd niet wist wie Keizer was,
noodzaakte Philips II of de Goede Hertog van Burgondië en Brabant,
haar in 1439, om dit Leen aan hem te verheffen, het welke deze
nieuwe Bezitters ook deden, echter onder voorbehouding (Protestatie)
van altijd de Verheffing aan den Keizer te willen doen. Na het afster-
ven van hun zoon ook Henrik van Ranst genaamd, (welke bij
zijne huisvrouw Hendrica van Haaften geene kinderen schynt
verwekt te hebben) ten jaare 1497 was Adriana van Ranst,
zyne nicht, de opvolgster tot deze Baronie……
Ad van Kempen, Rond een stamreeks van het Boxtelse geslacht van Kempen.
p6 Strikt genomen behoort Boxtel pas sinds 1439 tot het hertogdom
Daarvoor was het rijksleen.
Transcriptie en redigeren: december 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus
