Notitieblok door Piet Dorenbosch
achterkant vel B59
vollen (volde, heeft gevold), (overg of abs) walken, bewerking van wollen
weefsel die ten doel heeft het te doen vervilten, de weefsels tot een dichte
egale massa ineen te werken; het geschiedt door kneden (oorspr. treden
in een kuip) of persen tussen walsen, onder toevoeging van verschillende
bijtende en ontvettende stoffen, door het vollen verliest het ruwdoek
van 25 % tot 50 % van zijn grootte
wolkaarde v (m) (plantk.) weverskaarde
volmolen, (m) (-s) volmolen
uit Bestek van vernieuwingen 1767 [Zie onder Bruggen C54]
…..de brugh voor Maestricht lank 32 voet breet 13 voet
de beschoijng tegens over ‘t molentje [Meulekensebrug]
schrift nr 1 G.A. uit Verzameling akten
Vergunning dd 6 Juni 1848 aan Pieter Hermanus
Velsen tot bouwing van een steenen molen (stoom en
wind) om daar op te malen koren en schors en om
den zelven tevens te bezigen tot olie- en pelmolen
in het gehucht breukelen.
[schrift nr 12) Ban- of dwangmolens blz. 111
In later tijd behoorde de Opwettense (water) molen vele jaren lang
aan de familie Sengers, van welke hij in 1917 is overgegaan aan de
familie van Hoorn.
Br C 1957-’59 W.L van Amelsvoort: Oud Boxtel in beeld.
“Het Meulenpadje”….. Het was de stuw die gelegd moest worden
om het toestromende water op peil te houden, zodat de eigenlijke water-
molen zou kunnen malen.
Om de kracht van het snelstromende Dommelwater te benutte
moest bij het bouwen van de molen de Dommel afgetakt worden.Die
afteakking begon ongeveer nabij de plaats waar nu de brandweerkazerne
staat en liep achter de huizen door, die staan in het verlengde van de Molen-
straat
B60 Kapellen
Br H X ’58 p 131 W H Th Knippenberg: Oude kapellen in Noord-
Brabant III
p 133 Welters en Versteegen…… herleiden de kapellen tot drie
hoofdtypen waarbij de klooster- en kerkhofkapellen buiten
beschouwing zijn gelaten.
Het eerste een meest algemene type is de Buurt, Devotie of
Noodkapel, een stenen gebouwtje van het cellatype…..
“Chapels of ease”
Het tweede en kleiner type is de Straat- of Ovenkapel, een miniatuur
kapel, gelijkend op een stenen kast en heel vaak gelegen op kruispunten of
driesprongen op de plaats van een vroegen veldkruis. Meestal is het niet
meer dan een vrijstaand massief en dus niet toegankelijk stenen
bouwwerk met een nis, al dan niet getralied, waarin een kruis, heiligen-
beeld of prent is geplaatst. Soms staat een knielbankje ervoor. Dit type
komt vooral in Duitsland (“Bildstock”) en langs de grens van Limburg
voor.
Het derde en kleinste type is de Muur, Nis of Kastkapel,
of het Heiligenhuisje, een kleine nis in een huis, boven de poort van een
een school of klooster, op een straathoek ed. Vaak zijn het echte
glazen kastjes, die in de muur zijn ingemetseld…..
Alle drie typen komen voor te Gemert…….
[zie voor de St Lambertus veldkapel op de Hogert te Gemonde onder C Gemonde 29
agenda sectie E, nr 58, huis en erf, oppervl. van 30 ca
laatste bewoner van Dun
Martina van der Eerden heeft kapel en grond uiteindelijk weggekocht en
met de grond gelijk laten maken
Burgemeester van Helvoort en rector van Helvoort hadden het kapelleke
gezamenlijk willen kopen, maar Martina was hen te slim af.
God hebbe hare ziel. God zij haar genadig!
Transcriptie en redigeren: december 2024 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus