Notitieblok door Piet Dorenbosch

achterkant B66
“Rancune” zijnerzijds behoefde men evenwel niet te duchten, want
“dat doet een ben Rijckevorsel niet om zulk een bagatel”, aldus de
snorkende slot tirade
……Nog eer dan zijn broer was Alphons op een belangrijke post in de
N.B.B. gekomen. In de algemene bestuursvergadering van 3 juli 1897
toch had men hem tot ondervoorzitter gekozen, 35)
(  35) Notulenboek N.B.B. 1896 – 1909, blz 121)
een feit, dat de zo juist vermelde benoeming van Louis mede
verklaart 36)
36) Requisitoir van Ridder de van der Schueren tegen de
Noordbrabantse afgevaardigden, (archief van de Abdij))
Hoewel Alphons zijn diverse functis in de Brabantse bond bleef
behouden – naast bewindvoerder voor de coöperatieve inkoop was hij
tevens voorzitter geworden van de commissie ter verbetering
van de kalverhandel – concentreerde hij vanaf dat ogenblik zijn
aciviteit toch vooral op de ontplooiing van de Centrale Boerenbond,
waar men inderdaad tot nog toe “nog niet anders had gedaan
dan zichzelf organiseren. 37) …… Dit laatste had er weer toe geleid,
dat de Provinciale Bonden en met name de N.C.B – mede
in verband met de rivaliteit met de Maatschappij – zelf
allerlei werkzaamheden, vooral op het gebied van het coöperatie-
wezen, ter hand genomen hadden. 38
Volgens de Van Rijckevorsels moest dit echter anders worden 39)
(39) De stichting N.C.B. blz 47)

B67 Landbouw
Huns inziens diende bij dit alles de leiding uit te gaan van de Centrale Bond,
hetgeen formeel gezien, d.w.z. in verband met de centralistische
opzet van deze organisatie p 84 stellig ook juist was.
[de v. R. trachten in de N.B.B. hun zin door te drijven
door allerlei zaken door het dag. best. te doen beslissen met uitscha-
keling van het algemeen best., waarin de Prov. Bonden vertegen-
woordigd waren]…… met name de voorzitter, Ridder de
van der Schueren, hun neef [was] weldra geheel in hun
macht…… Zo kwamen de Van Rijckevorsels ook in hun
nieuwe functies wederom te staan tegenover het bestuur
van de N.C.B. en met name tegenover Van den Elsen
[en tegenover Vincent van den Heuvel, de voorzitter van de
Noordbrabantse Raiffeisencommissie]
[Fusie-poging tussen de N.C.B. en de Maatschappij
van Landbouw – Bij het bestaan van subsidie aan de N.C. B
in 1847 hadden Prov. Staten de wens uitgesproken dat men
zo spoedig mogelijk tot een fusie moest zien te komen
In kringen van de N.C.B. werd zo’n fusie met vreugde
begroet. Ook de Maatschappij scheen niet ongenegen. De aansluiting bij
de N.B.B. stuitte op bezwaren. De N.CB had haar eigen statuten] pag 85 waarin
van afhankelijkheid van Utrecht (de zetel van de NBB) geen sprake was
[Een gezamenlijke commissie werd benoemd (NCB en Maatschappij)
waarin van de zijde van de N.C.B. zitting hadden A van Rijckevorsel,
Vincent van den Heuvel en Van den Elsen]

Transcriptie en redigeren: januari 2025 Hans Mestrum m.b.v. Transkribus

fbicon twiticon